RSV-vaccinatie/immunisatie | Factsheet (2025)

RSV respiratoir syncytieel virus (respiratoir syncytieel virus)-immunisatie kan worden uitgevoerd via actieve immunisatie (vaccinatie) of passieve immunisatie (monoklonale antilichamen).RSV-immunisatie biedt bescherming tegen het respiratoir syncytieel virus (RS-virus). Voor informatie over deze ziekte, zie deLCI-richtlijn RS-virus.

Indicaties

Hieronder worden indicaties genoemd die volgen uit een programmatisch aanbod en/of overige indicaties volgend uit bestaande kwaliteitsstandaarden. In meerdere Europese landen zijn programma’s ingericht voor gordelroosvaccinatie op basis van leeftijd en zijn er bij specifieke immuungecompromitteerde patiëntengroepen aanbevelingen tot gordelroosvaccinatie onafhankelijk van leeftijd. Zie ookECDC vaccine schedule.

Programmatisch aanbod

Op het moment van publicatie (4 september 2024) wordt immunisatie tegen het RS-virus niet programmatisch aangeboden. De Gezondheidsraad adviseerde in eenadvies op 14 februari 2024om alle kinderen onder de 1 jaar monoklonale antistoffen (nirsevimab) aan te bieden via het Rijksvaccinatieprogramma (RVP Rijksvaccinatieprogramma (Rijksvaccinatieprogramma)). De Gezondheidsraad zal in de toekomst advies uitbrengen over vaccinatie van oudere volwassenen.

Overige indicaties

Tabel: Indicaties monoklonale antilichamen
Toepassing monoklonale antilichamenOpmerking
Medische indicaties
  • prematuur (< 30 weken zwangerschapsduur) geboren zuigelingen < 6 maanden aan het begin van het RSV respiratoir syncytieel virus (respiratoir syncytieel virus)-seizoen;
  • kinderen < 1 jaar met hemodynamisch significante congenitale hartafwijking (CHD);
  • kinderen < 2 jaar die in de afgelopen 6 maanden behandeling voor chronische longziekte (BPD) nodig hadden;
  • kinderen < 2 jaar met het syndroom van Down.

Daarnaast kunnen kinderartsen overwegen om RSV-profylaxe toe te dienen bij:

  • kinderen met spinale musculaire atrofie type 1c met betere prognose door medicatie;
  • prematuur (30-32 weken) geboren zuigelingen na individuele afweging en overleg met ouders, rekening houdend met extra risicofactoren zoals leeftijd, gezinsomstandigheden en gezondheidsfactoren;
  • zuigelingen met ernstige longaandoeningen of immunodeficiëntie zoals ernstige longhypoplasie, congenitale hernia diafragmatica, interstitiële longziekten of ernstig beloop van CF.

Zie ook NVK Standpunt(PDF),FMS-richtlijn BPD,FMS-richtlijn Downsyndroom enFMS-richtlijn SMA type 1.

Tabel: Indicaties vaccinatie
Toepassing vaccinatieOpmerking
Medsiche indicatiesOp dit moment zijn er geen medische indicaties voor vaccinaties opgenomen in richtlijnen of programma’s

Op eigen verzoek

Als een persoon gevaccineerd wil worden, dan kan dit na overleg met huisarts of vaccinatiebureau op eigen kosten via de huisarts, GGD Gemeentelijke gezondheidsdienst (Gemeentelijke gezondheidsdienst) of ander vaccinatiebureau.

Wat betreft passieve immunisatie is op dit moment (november 2024) palivizumab uitsluitend op recept verkrijgbaar bij specifieke medische indicaties. Nirsevimab is momenteel niet beschikbaar in Nederland.De volgende overwegingen kunnen worden meegenomen:

  • risicofactoren voor eeneen verhoogde kans op ernstig beloop, zoals genoemd in deLCI-richtlijn RS-virus(af te wegen tegen de te verwachten werkzaamheid bij deze risicogroep);
  • registratiecriteria van de beschikbare middelen zoals beschreven in de bijsluiterteksten;
  • contra-indicaties, bijwerkingen en interferenties;
  • de mate van bescherming door vaccinatie, zieEffectiviteit;
  • de kosten, meer informatie hierover is te vinden opwww.medicijnkosten.nl.

Geregistreerde middelen

Er zijn in Nederland vijf geregistreerde middelen voor immunisatie tegen RSV respiratoir syncytieel virus (respiratoir syncytieel virus)-infectie.

Tabel: In Nederland geregistreerde middelen voor immunisatie tegen RSV

* Voor een volledig overzicht van bestanddelen zie SmPC-tekst. Houd er rekening mee dat wanneer een monoklonaal antilichaam of vaccin geregistreerd is, dit niet automatisch betekent dat het ook verkrijgbaar is in Nederland.

Merknaam bijsluiterSamenstellingLeeftijdBijzonderheden

Beyfortus

Bijsluiter en SmPC-tekst

Werkzame stof: Nirsevimab

Hulpstoffen:

  • L-histidine
  • L-histidinehydrochloride
  • L-argininehydrochloride Sucrose Polysorbaat 80
  • Water voor injecties

Pasgeborenen en zuigelingen tijdens of voorafgaand aan hun eerste RSV-seizoen

0-2 jaar met een specifieke medische indicatie

Monoklonale antilichamen voor passieve immunisatie

Synagis

Bijsluiter en SmPC-tekst

Werkzame stof: palivizumab

Hulpstoffen:

  • Glycine (E640)
  • Histidine, (l-)
  • Stikstof (head space) (E941)
  • Water voor injecties
0-2 jaar met een specifieke medische indicatieMonoklonale antilichamen voor passieve immunisatie

Abrysvo

Bijsluiter en SmPC-tekst

Werkzame stof:Recombinant respiratoir syncytieel virus subgroep A prefusie F antigeen 847A en Recombinant respiratoir syncytieel virus subgroep B prefusie F antigeen 847B

Hulpstoffen:

  • Mannitol (d-) (E421)
  • Natriumchloride
  • Polysorbaat 80 (E433)
  • Sacharose
  • Trometamol
  • Trometamolhydrochloride
  • Zoutzuur (voor pH-aanpassing)
  • Water voor injecties

≥60 jaar en zwangeren

Vaccin

Ook goedgekeurd voor toediening aan zwangeren tussen week 24 en week 36 van de zwangerschap.

Immunogeniciteit is niet vastgesteld voor immuungecompromitteerde personen.

Arexvy

Bijsluiter en SmPC-tekst

Werkzame stof:Recombinant humaan respiratoir syncytieel virus type 1 fusieglycoproteïne F-antigeen gestabiliseerd in de pre-fusie conformatie

Hulpstoffen:

* Poeder (RSVPreF3-antigeen)

  • Trehalosedihydraat
  • Polysorbaat 80 (E433) Kaliumdiwaterstoffosfaat (E 340)
  • Dikaliumfosfaat (E340)

* Suspensie (AS01E-adjuvantsysteem)

  • ​​​​Dioleoylfosfatidylcholine (E322)
  • Cholesterol
  • Natriumchloride
  • Watervrij dinatriumfosfaat (E339)
  • Kaliumdiwaterstoffosfaat (E340)
  • Water voor injecties

50 - 59 jaar met een verhoogd risico op ernstige RSV-infecties

≥60 jaar

Vaccin

Immunogeniciteit is niet vastgesteld voor immuungecompromitteerde personen

mResvia

Bijsluiter en SmPC-tekst

Werkzame stof:

Enkelstrengs 5'-capped mRNA dat codeert voor RSV-A glycoproteïne F, gestabiliseerd in de prefusieconformatie

Hulpstoffen:

  • SM-102 (Heptadecaan-9-yl 8-((2-hydroxyethyl) (6-oxo-6-(undecyloxy)hexyl) amino)octanoaat)
  • Cholesterol
  • 1,2-distearoyl-sn-glycero-3-fosfocholine (DSPC)
  • 1,2-dimyristoyl-rac-glycero-3-methoxypolyethyleenglycol-2000 (PEG2000-DMG)
  • Trometamol
  • Trometamolhydrochloride
  • Azijnzuur
  • Natriumacetaattrihydraat
  • Sucrose
  • Water voor injecties
≥ 60 jaar

Vaccin

Immunogeniciteit is niet vastgesteld voor immuungecompromitteerde personen.

Eigenschappen

Monoklonale antilichamen

Beide monoklonale antilichamen zijn geproduceerd met behulp van recombinant-DNA-technologie en zijn gericht tegen RSV-subtypen A en B. Nirsevimab is een gehumaniseerd monoklonaal antilichaam. Palivizumab is een humaan monoklonaal antilichaam.

Vaccins

Arexvy en Abrysvo zijn beide eiwitvaccins. Arexvy is een geadjuveerd subunit eiwitvaccin gericht tegen RSV-subtype A. Abrysvo is een bivalent eiwitvaccin gericht tegen RSV-subtypen A en B. mResvia is een mRNA-vaccin.

Doseringsschema

Tabel: Doseringsschema RSV-immunisatie.

* Aan het begin van het RSV-seizoen of kort na de geboorte indien geboren tijdens het RSV-seizoen. (Zie verder Beschermingsduur en revaccinatie.)

**Waar mogelijk moet de eerste dosis worden toegediend voor het begin van het RSV-seizoen. De werkzaamheid van palivizumab bij doses anders dan 15 mg/kg of doseringen anders dan maandelijks gedurende het RSV-seizoen is niet vastgesteld.

*** Bij voorkeur toegediend minimaal 4 weken voor de start van het RSV-seizoen. Effectiviteit van maternale vaccinatie is hoger bij vaccinatie tussen week 30 en 36 van de zwangerschap (Zie ookAbrysvo - Samenvatting van de productkenmerken(PDF)).

DoelgroepMiddelDoseringSchema
0-2 jaarNirsevimab
  • zuigelingen met lichaamsgewicht < 5 kg: 50 mg intramusculair
  • zuigelingen met lichaamsgewicht ≥ 5 kg: 100 mg intramusculair
Eenmalige toediening*
0-2 jaarPalivizumab
  • 15 mg/kg lichaamsgewicht
Eens per maand toegediend gedurende het RSV-seizoen**
Volwassenen 50-59 jaarArexvy
  • 0,5 ml intramusculair
Eenmalige toediening*

Volwassenen

≥ 60 jaar

Arexvy
  • 0,5 ml intramusculair
Eenmalige toediening*
Volwassenen ≥ 60 jaarmResvia
  • 0,5 ml intramusculair
Eenmalige toediening*

Volwassenen

≥ 60 jaar

Abrysvo
  • 0,5 ml intramusculair
Eenmalige toediening*

Zwangeren

Abrysvo
  • 0,5 ml intramusculair
Eenmalige toediening tussen week 24 en 36*** van de zwangerschap

Wijze van toediening

Monoklonale antilichamen

Nirsevimab en palivizumab worden intramusculair toegediend, bij voorkeur in de anterolaterale zijde van de dij.

Vaccins

Abrysvo, Arexvy en mResvia worden intramusculair toegediend, bij voorkeur in de deltaspier musculus deltoïdeus.

De in deze factsheet beschreven middelen zijn niet geregistreerd voor subcutane toediening. De effectiviteit bij subcutane toediening is onbekend. Bij zwangeren kan de effectiviteit door subcutane toediening verder beïnvloed worden, doordat subcutane toediening mogelijk kan leiden tot verminderde placentaire overdracht van antistoffen. Dit kan de effectiviteit van de behandeling bij de pasgeborene verminderen.

Contra-indicaties

Algemene contra-indicaties voor alle middelen

Absolute contra-indicaties:

  • een bevestigde ernstige allergie voor een van de bestanddelen;

  • een aangetoonde ernstige en/of onmiddellijke (binnen 4 uur optredende) allergische reactie na een eerdere toediening van hetzelfde vaccin/monoklonale antilichamen.

Relatieve contra-indicaties:

  • ziekte die gepaard gaat met > 38,5 °C koorts: immunisatie uitstellen;
  • voorzichtigheid is geboden bij toediening aan personen met trombocytopenie of andere stollingsstoornissen.

Voor contra-indicaties in relatie tot RVP Rijksvaccinatieprogramma (Rijksvaccinatieprogramma)-vaccinaties ziehoofdstuk 5 Contra-indicatiesvan deRVP-richtlijn Uitvoering.

Middelspecifieke contra-indicaties

De contra-indicaties kunnen verschillen per type immunisatie. Voor een volledig overzicht van contra-indicaties zie de bijsluiters.

Alleen Abrsyvo heeft een registratie voor gebruik tijdens de zwangerschap, mResvia en Arexvy hebben dat niet. Voor Arexvy wordt toediening tijdens de zwangerschap afgeraden. Tijdens de ontwikkeling van Arexvy is een onderzoeksvaccin zonder adjuvans aan zwangere vrouwen toegediend. Bij maternale vaccinatie hiermee werd een verhoogd risico op ongunstige zwangerschapsuitkomsten (preterme geboorte, neonatale sterfte) bemerkt (Boytchev 2023).

Interferenties

Monoklonale antilichamen

Aangezien de monoklonale antilichamen specifiek zijn voorRSV, is het niet waarschijnlijk dat nirsevimab en palivizumab interfereren met de immuunrespons op andere niet-RSV-vaccins.Er zijn geen interacties waargenomen met de routinematige kindervaccins, het influenzavaccin, bronchusverwijders of corticosteroïden.

Nirsevimab en palivizumab kunnen interfereren met immuungebaseerde diagnostische RSV-testen, zoals die gebaseerd op antigeendetectie. Ook kan het remmend werken op de replicatie van het virus in celkweken, wat kan interfereren met viruskweekonderzoeken.Interferentie bij deze onderzoeken kan leiden tot vals-negatieve diagnostische RSV-testresultaten.Palivizumab en nirsevimab hebben geen invloed op onderzoeken die zijn gebaseerd opreverse transcriptase polymerase chain reaction(RT-PCR).

Vaccins

Arexvy

Arexvy kan gelijktijdig worden toegediend met geïnactiveerde, seizoensgebonden influenzavaccins.

Bij gelijktijdige toediening van Arexvy en seizoensgebonden influenzavaccins werden over het algemeen lagere niveaus van titers van zowelRSVals influenza waargenomen in vergelijking met afzonderlijke toediening. Deze vermindering werd niet consequent waargenomen in alle onderzoeken. De klinische relevantie van deze bevindingen is niet bekend (Buynak 2024, Clark 2024, Chandler 2022).

Abrysvo

Bij het gelijktijdig toedienen van Abrysvo metseizoensgebonden influenzavaccin (quadrivalent influenzavaccin, geïnactiveerd, of geadjuveerd) zijn beidevaccins nog steeds effectief (Athan 2024).

In een gerandomiseerd onderzoek onder volwassenen van 65 jaar en ouder werd vastgesteld dat wanneer Abrysvo en een geïnactiveerd, geadjuveerd seizoensgebonden influenzavaccin gelijktijdig werden toegediend, lagere niveaus van titers van zowelRSVals influenza waargenomen in vergelijking met afzonderlijke toediening.Hoewel de immuunreactie iets lager was bij gelijktijdige toediening, voldeed deze nog steeds aan de criteria voor een voldoende reactie.

In de SmPC-tekst wordt een minimuminterval van 2 weken aanbevolen tussen de toediening van Abrysvo en de toediening van een vaccin tegen tetanus, difterie en pertussis. Onderzoek onder niet-zwangere vrouwen tussen de 18 en 49 jaar liet zien dat de immuunrespons op de kinkhoestcomponent lager was bij gelijktijdige toediening in vergelijking met afzonderlijke toediening. Immuunreacties opRSVA,RSVB, difterie en tetanus bij gelijktijdige toediening waren niet inferieur aan de immuunreacties na afzonderlijke toediening (Peterson 2022). De klinische relevantie van deze bevindingen is niet bekend.

Internationaal (bijvoorbeeldVerenigde Staten,Engeland,België(PDF)) bestaan er verschillen in de aanbevelingen en aanpak van het (gelijktijdig) toedienen van Abrysvo en andere maternale vaccinaties. Bij de beslissing om andere vaccins gelijktijdig met Abrysvo toe te dienen kunnen zorgprofessionals, naast de mogelijk lagere immuunrespons, ook de volgende factoren in overweging nemen: de kans dat de patiënt terugkeert voor vaccinatie, het risico op het oplopen van de ziekte die door het vaccin kan worden voorkomen en de overwegingen en voorkeuren van de patiënt.

mResvia

Gelijktijdige toediening van mResvia en andere vaccins is niet onderzocht.

Voor een volledig overzicht van vormen van interactie zie de SmPC-teksten.

Veiligheid en bijwerkingen

Monoklonale antilichamen

Gemelde bijwerkingen van de monoklonale antilichamen (nirsevimab en palivizumab) zijn:

Vaak (1-10%):

  • huiduitslag
  • hoofdpijn, spierpijn, gewrichtspijn, wat zich bij zuigelingen kan uiten in o.a. hangerigheid, huilerigheid, prikkelbaarheid en/of vermindering van eetlust
  • vermoeidheid

Soms (0,1–1%):

  • reacties op de injectieplaats, zoals roodheid, zwelling, jeuk en pijn
  • koorts en koude rillingen
  • buikpijn, misselijkheid, braken

Voor palivizumab geldt dat anafylaxie en andere acute overgevoeligheidsreacties als bijwerkingen zijn geïdentificeerd via postmarketingsurveillance en zijn vrijwillig gemeld uit een populatie van onbekende grootte; het is niet mogelijk gebleken om een betrouwbare schatting van de frequentie te maken of om een causaal verband met palivizumab-blootstelling aan te tonen.

Vaccins

Gemelde bijwerkingen van de vaccins Arexvy en Abrysvo zijn:

Zeer vaak (> 10%):

  • hoofdpijn, spierpijn, artralgie, pijn op de injectieplaats, vermoeidheid
  • lymfadenopathie (mResvia)

Vaak (1–10%):

  • roodheid of zwelling van de injectieplaats, koorts, koude rillingen
  • misselijkheid en/of braken (mResvia)

Arexvy

Bij maternale vaccinatie met een onderzoeksvaccin zonder adjuvans gedurende de ontwikkeling van Arexvy werd een verhoogd risico op ongunstige zwangerschapsuitkomsten (preterme geboorte, neonatale sterfte) bemerkt. Het is onduidelijk wat daarvoor de oorzaak is. Daarom is er veiligheidshalve een contra-indicatie voor gebruik van Arexvy bij zwangerschap (Boytchev 2023).

Abrysvo

Voor Abrysvo geldt dat er in een zeldzaam geval (0,01-0,1%)melding is gemaakt van Guillain-Barré-syndroom.In vergelijking met Arexvy lijkt er een licht verhoogde incidentie te zijn op Guillain-Barré-syndroom in de 21 dagen na vaccinatie met Abrysvo, maar het aantal gevallen na beide vaccins is zeer laag. Wat de klinische betekenis hiervan is, is nog onbekend.

Uit een subgroepanalyse blijkt een verhoogde incidentie van vroeggeboortes in Zuid-Afrika (8,3% vs. 4%). In andere hoge- en lage-inkomenslanden wordt deze bijwerking echter niet gevonden. De Amerikaanse geneesmiddelenautoriteitFDAkeurt toediening vanwege deze bevinding goed bij 32-36 weken zwangerschap en verplicht monitoring op vroeggeboorte (FDA2023).

DeEMAstaat toediening toe vanaf 24 weken. Ook deEMAverplicht de fabrikant tot postmarketingstudies; niet vanwege het potentieel verhoogde risico op vroeggeboorte, maar omdat er onzekerheid is over de veiligheid bij zwangere vrouwen met een afweerstoornis en bij hoogrisicozwangerschappen (Europees geneesmiddelenbureau 2023). Postmarketing-data uit landen die het vaccin aan zwangeren toedienen zijn nog niet beschikbaar.Zie voor het volledige overzicht van de bijwerkingen de bijsluiters.

    Effectiviteit

    De effectiviteit van vaccinaties wordt bepaald op populatieniveau waarbij gekeken wordt naar het voorkomen van ziekte bij een groep gevaccineerde personen versus een groep ongevaccineerde personen. De effectiviteit is nooit 100 procent en in individuele gevallen kan het zijn dat er geen beschermende immuunrespons optreedt (is primair vaccinfalen = het niet ontwikkelen van beschermende antistoffen na vaccinatie).

    Monoklonale antilichamen

    Nirsevimab

    De werkzaamheid van nirsevimab is onderzocht in twee RCT’s. DeMELODY-studierichtte zich op voldragen en laat-premature kinderen (geboren na 35 weken zwangerschap). DeMEDLEY-studievolgde zeer premature en matig premature kinderen (geboren na 29 tot 35 weken zwangerschap).Beide studies werden wereldwijd uitgevoerd en toonden aan dat één dosis nirsevimab significant effectief was in het voorkomen van RSV respiratoir syncytieel virus (respiratoir syncytieel virus)-infecties bij kinderen gedurende 150 dagen na toediening. Voor voldragen en laat-premature kinderen werd een effectiviteit van 76 procent gevonden voor het voorkomen van RSV-infectie met medische consultatie, 79 procent voor ziekenhuisopnames doorRSV, en 77 procent voor zeer ernstige RSV-infecties met ziekenhuisopname (Hammitt 2022, Muller 2023). Voor zeer premature en matig premature kinderen was de effectiviteit respectievelijk 70, 78 en 87 procent (Griffin 2020).Een gepoolde analyse bevestigde vergelijkbare resultaten voor beide groepen kinderen.

    Palivizumab

    Meerdere studies, uitgevoerd door de IMPact-RSV-studiegroep (1998), bij kinderen met een hoog risico op ernstige complicaties door RSV-infectie, laten zien dat palivizumab effectief is bij het verminderen van RSV-gerelateerde ziekenhuisopnames. De incidentie van RSV-gerelateerde ziekenhuisopnames verminderde met 55 procent bij hoogrisicokinderen, met een absolute risicoreductie van 5,8 procent. De studies onderzochten de impact van 5 maandelijkse doses van palivizumab.

    Vaccins

    Arexvy

    Een klinische studie naar de effectiviteit van Arexvy toont een significante werkzaamheid van 82,6 procent bij het voorkomen van een eerste lagere-luchtweginfectie veroorzaakt doorRSV(ten minste 2 symptomen/verschijnselen van de lagere luchtwegen) bij deelnemers van 60 jaar en ouder.Het vaccin was effectief tegen zowelRSVA alsRSVB, met respectievelijke werkzaamheidspercentages van 84,6 procent en 80,9 procent.Tijdens het 2e jaar na 1 vaccindosis nam de effectiviteit af naar 67,2 procent. Het toedienen van een extra, 2e vaccindosis na het 1e RSV-seizoen gaf geen additionele bescherming (67,1 procent).

    In een studie vanFerguson (2024)werd bij mensen van 50 tot 59 jaar met een verhoogd risico op lagere-luchtweginfecties (LRTD) doorRSV, een maand na vaccinatie met één dosis Arexvy, een immuunrespons waargenomen die vergelijkbaar was met die van mensen van 60 jaar en ouder. Dit betrof personen met diabetes en hart-, long-, nier- en leveraandoeningen.

    Abrysvo

    Onderzoek naar de effectiviteit van Abrysvo bij personen van 60 jaar en ouder toont een significante bescherming van 65,1 procent bij RSV-gerelateerde luchtwegaandoeningen met 2 of meer symptomen en 88,9 procent bij RSV-gerelateerde luchtwegaandoeningen met 3 of meer symptomen. De symptomen waren gedefinieerd als hoesten, piepen, sputumproductie, kortademigheid of tachypneu (≥ 25 ademhalingen per minuut of een toename van 15 procent ten opzichte van de uitgangssituatie in rust).

    Na maternale vaccinatie is de werkzaamheid tegen RSV-gerelateerde luchtwegaandoeningen bij zuigelingen in het algemeen (zowel ernstig als niet-ernstig) in de eerste 90 dagen na geboorte ongeveer 57 procent en in de eerste 6 maanden ongeveer 51 procent. De werkzaamheid tegen ernstige RSV-gerelateerde luchtwegaandoeningen bij zuigelingen is in de eerste 90 dagen na geboorte ongeveer 82 procent en in de eerste 180 dagen is dit ongeveer 69 procent.

    De effectiviteit van het vaccin is hoger voor vrouwen die later in de zwangerschap (30 tot 36 weken zwangerschapsduur) werden gevaccineerd dan voor vrouwen die eerder (24 tot < 30 weken zwangerschapsduur) werden gevaccineerd, zowel voor ernstige als algemene aandoeningen van de onderste luchtwegen. Bij vaccinatie tussen 24 en 30 weken was de werkzaamheid tot 180 dagen na de geboorte tegen een RSV-infectie met medisch consult 31 procent. Bij vrouwen die later, tussen 30 en 36 weken, werden gevaccineerd, was de werkzaamheid 62 procent. Ook voor ernstige RSV-infecties met medisch consult was de werkzaamheid hoger bij latere vaccinatie: 57 procent bij vaccinatie tussen 24 en 30 weken en 78 procent bij vaccinatie tussen 30 en 36 weken.

    mResvia

    De effectiviteit van mResvia is onderzocht in een gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde fase 2-3 studie tijdens één RSV-seizoen. Na een mediane follow-up van 3,7 maanden liet het vaccin een werkzaamheid zien van 83,7% tegen RSV-LRTD (respiratoire syncytiële virus-gerelateerde lagere-luchtweginfecties) met twee of meer symptomen. Voor drie of meer symptomen was de werkzaamheid 82,4%. Bij een aanvullende analyse na een mediane follow-up van 8,6 maanden was de werkzaamheid tegen RSV-LRTD met twee of meer symptomen 63,3% en voor drie of meer symptomen 63,0%, bij volwassenen van 60 jaar en ouder. De bescherming werd waargenomen tegen beide RSV-subtypen (A en B) en was over het algemeen consistent in verschillende subgroepen, ingedeeld op basis van leeftijd en bestaande aandoeningen (Wilson 2023).

    Beschermingsduur en revaccinatie

    Monoklonale antilichamen

    Nirsevimab

    Een enkele dosis van nirsevimab biedt effectieve bescherming gedurende het hele RSV-seizoen, wat meestal ongeveer 5 maanden is.

    Palivizumab

    De beschermingsduur van palivizumab is minimaal 1 maand. Gedurende het RSV-seizoen is maandelijkse hervaccinatie nodig, met maximaal 5 doses per RSV-seizoen. Deze 5 maandelijkse doses van palivizumab zorgen voor serumconcentraties boven het gewenste minimum voor de meeste kinderen(Robbie 2012).

    Vaccins

    Arexvy

    De werkzaamheid van het vaccin werd waargenomen gedurende de mediane follow-upperiode van 6,7 maanden. Na het toedienen van de 1e dosis bleef het vaccin effectief tijdens de periode van het 2e RSV-seizoen, maar de effectiviteit nam wel af in de loop van de tijd. Tijdens het 2e RSV-seizoen bleef er vaccineffectiviteit na 1 vaccindosis bestaan, maar deze nam wel af.

    Abrysvo

    Aan personen van 60 jaar en ouder biedt Abrysvo bescherming tegen RSV-gerelateerde luchtweginfecties gedurende minstens het 1e seizoen. Er zijn nog onvoldoende gegevens bekend over een langere beschermingsduur. De noodzaak voor hervaccinatie kan dan ook nog niet vastgesteld worden.

    Abrysvo biedt zuigelingen, waarvan de moeders tussen week 24 en 36 van hun zwangerschap zijn gevaccineerd, bescherming tegen RSV-gerelateerde onderste-luchtwegaandoeningen gedurende de eerste 6 maanden na de geboorte. De bescherming tegen RSV-infecties is het hoogst binnen de eerste 90 dagen en blijft significant tot in ieder geval 180 dagen na geboorte. Er zijn nog geen data over revaccinatie bij volgende zwangerschappen.

    mResvia

    Aan personen van 60 jaar en ouder biedt mResvia bescherming tegen RSV-gerelateerde luchtweginfecties gedurende minstens het 1e seizoen. Er zijn nog niet voldoende gegevens bekend over een langere beschermingsduur. De noodzaak voor hervaccinatie kan dan ook nog niet vastgesteld worden.

    Literatuur

    Overige richtlijnen waarnaar wordt verwezen zijn:

    RSV-vaccinatie/immunisatie | Factsheet (2025)
    Top Articles
    Latest Posts
    Recommended Articles
    Article information

    Author: Rueben Jacobs

    Last Updated:

    Views: 5643

    Rating: 4.7 / 5 (57 voted)

    Reviews: 80% of readers found this page helpful

    Author information

    Name: Rueben Jacobs

    Birthday: 1999-03-14

    Address: 951 Caterina Walk, Schambergerside, CA 67667-0896

    Phone: +6881806848632

    Job: Internal Education Planner

    Hobby: Candle making, Cabaret, Poi, Gambling, Rock climbing, Wood carving, Computer programming

    Introduction: My name is Rueben Jacobs, I am a cooperative, beautiful, kind, comfortable, glamorous, open, magnificent person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.